Maximale transitievergoeding stijgt in 2022
Werkgevers die een medewerker ontslaan of een tijdelijk contract niet verlengen, zijn verplicht om een transitievergoeding te betalen. De hoogte hiervan hangt af van het salaris en hoe lang iemand in dienst is geweest. In 2022 stijgt de maximale transitievergoeding van € 84.000 bruto naar € 86.000 bruto per jaar. De kosten van een ontslag kunnen dus flink oplopen. Daarom is het belangrijk om te weten hoe de transitievergoeding kan worden berekend.
Sinds 2020 hebben medewerkers vanaf de eerste dag dat ze in dienst zijn recht op een transitievergoeding. Dit betekent dat werkgevers verplicht zijn om een vergoeding te betalen aan een medewerker bij onvrijwillig vertrek.
Dit kan ontslag of het niet verlengen van een arbeidscontract op initiatief van de werkgever zijn. Deze vergoeding geldt als compensatie voor het verlies van hun baan. Medewerkers kunnen de vergoeding bijvoorbeeld gebruiken voor coaching bij de zoektocht naar een nieuwe baan of voor omscholing.
De transitievergoeding geldt niet alleen voor medewerkers in vaste dienst. Ook als iemand in een proeftijd zit, oproepkracht is of een flexibel contract heeft, is een transitievergoeding verplicht. Zelfs als een medewerker niet meer betaald kan worden omdat het slecht gaat met het bedrijf, bent u verplicht om een transitievergoeding te betalen. Tenzij er in de cao afspraken zijn gemaakt over een andere regeling, zoals scholing.
Als iemand op staande voet wordt ontslagen, hoeft een werkgever geen transitievergoeding te betalen. Dit kan ook zijn wanneer beide partijen het ontslag accepteren of als een medewerker het arbeidscontract zelf opzegt.
Transitievergoeding 2022
De hoogte van de vergoeding hangt af van het salaris en hoe lang de medewerker binnen uw bedrijf heeft gewerkt. Per 1 januari 2022 stijgt de hoogte van de maximale transitievergoeding van € 84.000 bruto naar € 86.000 bruto. Bij een bruto jaarsalaris hoger dan € 86.000, geldt een maximum van één bruto jaarsalaris. Alles bij elkaar kan een ontslag dus flink in de papieren lopen.
Compensatieregeling
Ook als iemand na twee jaar ziekte ontslagen wordt, heeft hij of zij recht op een transitievergoeding. Hiervoor kan een werkgever compensatie aanvragen. Dit kan alleen als de arbeidsovereenkomst is beëindigd nadat de periode van 2 jaar ziekte voorbij is. Zolang de medewerker ziek is binnen de 2 jaar, geldt er een opzegverbod. In die periode heeft de medewerker recht op loondoorbetaling en mag een werkgever het contract niet beëindigen.
Doet de werkgever dit wel, dan heeft hij of zij geen recht op compensatie van de transitievergoeding. Bij ziekte heeft de werkgever alleen recht op compensatie van de transitievergoeding als de arbeidsovereenkomst na de periode van 2 jaar ziekte is beëindigd. Deze compensatieregeling geldt vanaf 2021 ook voor kleine ondernemers met minder dan 25 medewerkers in dienst, die stoppen met hun bedrijf vanwege pensioen of overlijden. Medewerkers van kleine bedrijven die moeten sluiten doordat de werkgever ziek is, kunnen nog geen compensatie krijgen voor ontslagvergoedingen. De Rijksoverheid werkt hier nog aan. Het is nog onbekend wanneer deze regeling wel van start gaat.
Niet kunnen of willen betalen
Een werkgever moet de transitievergoeding binnen één maand na het eind van het arbeidscontract betalen. Wel kan een werkgever ervoor kiezen om de kosten te spreiden als het niet lukt om alles in één keer te voldoen. Zo mag de vergoeding over maximaal zes maanden worden gespreid. De werkgever is dan na een maand de wettelijke rente verschuldigd over het onbetaalde deel van de transitievergoeding.
Als een werkgever de transitievergoeding niet kan of wil betalen, dan kan de medewerker de vergoeding opeisen. Dit doet hij of zij door binnen drie maanden na het eind van het contract een aanvraag in te dienen bij de kantonrechter. Na drie maanden is de vergoeding niet meer op te eisen.
Transitievergoeding berekenen
Om bij een ontslag niet voor verrassingen te komen staan, is het belangrijk te weten hoe u de transitievergoeding berekent. Deze berekening gaat als volgt:
- De medewerker krijgt 1/3 maandsalaris per heel dienstjaar vanaf de eerste werkdag.
- De transitievergoeding over het resterende deel van de arbeidsovereenkomst wordt berekend volgens de formule: (bruto salaris ontvangen over resterende deel arbeidsovereenkomst / bruto maandsalaris) x (1/3 bruto maandsalaris /12).
- Indien van toepassing worden de volgende vormen van salaris in de berekening meegeteld: vakantiebijslagen, ploegentoeslagen, overwerkvergoedingen, bonussen, winstuitkeringen en variabele eindejaarsuitkeringen.
- Onder bepaalde voorwaarden mogen werkgevers transitie- en inzetbaarheidskosten in mindering brengen op de transitievergoeding. Dit zijn de kosten die worden gemaakt bij ontslag en kosten om medewerkers beter inzetbaar te maken. Transitiekosten zijn bijvoorbeeld de kosten voor (om)scholing of een outplacementtraject bij ontslag. Spreekt u met uw medewerker een langere opzegtermijn af dan de wettelijke of eerder overeengekomen opzegtermijn? En is hoeft de medewerker die periode niet te werken? Dan vallen de kosten daarvan ook onder transitiekosten.
Voorbeeld
De arbeidsovereenkomst van een medewerker duurde 9 jaar en 5 dagen. Het bruto maandsalaris was € 3.000. De vakantiebijslag is 8%. Het bruto uurloon € 20. De medewerker werkte 8 uur per dag.
- Eerst wordt de vergoeding berekend over het aantal volledig gewerkte jaren: 9 jaar x (1/3 van € 3.000) = € 9.000 + 8% vakantiebijslag= € 9.720.
- Daarna wordt de vergoeding berekend over de laatste 5 dagen. Het totale salaris over de laatste 5 dagen is: 5 x 8 (gewerkte uren) x € 20 (bruto uurloon) = € 800. De berekening volgens de formule is: het bruto salaris ontvangen over resterende deel arbeidsovereenkomst gedeeld door volledig maandsalaris, maal 1/3 bruto maandsalaris gedeeld door 12 (maanden). Oftewel (800/ 3000) x (1000/12) = € 22,22 + 8% vakantiebijslag = € 24,00.
- Het totaal aan transitievergoeding is € 9.720 + € 24 = € 9.744.
Ook interessant voor u:
-
Vanaf 1 januari 2022 gelden er nieuwe regels bij aanvragen van een Ziektewet- of een zwangerschaps- en bevallingsuitkering. De nieuwe regels voorkomen dat de gemeente de werkgever te veel loonkostensubsidie betaalt en dat de werkgever dit moet terugbetalen.nieuws
-
Verzamelwet 2022: vier veranderingen op een rij
Bent u als accountant het nieuwe jaar up-to-date begonnen? We zetten vier veranderingen voor u op een rij. In de verzamelwet van het ministerie van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) zijn een aantal wetten gewijzigd per 1 januari 2022.nieuws -
De WIA-aanvraag: wat is de rol van de werkgever?
Als een medewerker bijna twee jaar ziek is, kan hij of zij een WIA-uitkering aanvragen. Een medewerker kan aan de werkgever vragen om een aantal van deze documenten aan te leveren bij UWV. Wat is de rol van de werkgever bij het aanvragen van een WIA-uitkering?artikel