Maximale transitievergoeding omhoog in 2023
Transitievergoeding: hoe zit het precies?
Sinds 2020 hebben medewerkers vanaf de eerste werkdag zijn recht op een transitievergoeding. Dit betekent dat werkgevers verplicht zijn om een vergoeding te betalen aan een medewerker die niet vrijwillig vertrekt. Bijvoorbeeld door ontslag of door het niet verlengen van een tijdelijk contract. De medewerker kan dit geld bijvoorbeeld gebruiken voor scholing die nodig is voor een andere baan.
Voor wie geldt de transitievergoeding?
De transitievergoeding geldt voor meer werkenden. Niet alleen voor medewerkers met een vast contract die ontslagen worden of medewerkers met een tijdelijk contract dat niet wordt verlengd. Ook als iemand in een proeftijd zit, oproepkracht is of een flexibel contract heeft, is een transitievergoeding verplicht. Zelfs als het niet meer mogelijk is om een medewerker te betalen omdat het slecht gaat met het bedrijf, is de werkgever verplicht om een transitievergoeding te betalen. Heeft de betaling van de transitievergoeding ernstige gevolgen voor het bedrijf? Dan is er een mogelijkheid om de vergoeding in termijnen te betalen. Er is bepaald dat de werkgever de betaling over maximaal zes maanden mag spreiden. In het geval van uitstel van betaling of een faillissement heeft de medewerker geen recht op een transitievergoeding.
Uitzonderingen
Als een medewerker op staande voet ontslagen wordt, hoeft de werkgever geen transitievergoeding te betalen. Dit kan ook als zowel de werkgever als de medewerker het ontslag accepteert. Of als een medewerker het arbeidscontract zelf opzegt. Er zijn meer uitzonderingen, deze leest u op de website van UWV.
Ziek uit dienst: hoe zit het met de transitievergoeding?
Als een medewerker twee jaar ziek is, kan de werkgever ontslag aanvragen bij UWV. De zieke medewerker heeft ook recht op een transitievergoeding. Werkgevers kunnen gebruikmaken van de Regeling compensatie transitievergoeding. Hiermee kunnen zij de betaalde transitievergoeding terugkrijgen.
Transitievergoeding voor kleine ondernemers
Ondernemers met minder dan 25 medewerkers in dienst kunnen ook een terugbetaling krijgen voor betaalde transitievergoedingen. Dit kan als de ondernemer stopt met zijn of haar bedrijf door pensioen of overlijden. Hiermee wil de regering voorkomen dat kleine ondernemers of hun partners hun privévermogen moeten gebruiken om de vergoedingen te betalen.
Transitievergoeding 2023
Op 1 januari 2023 steeg de hoogte van de maximale transitievergoeding van € 86.000,- bruto naar € 89.000,- bruto. Ligt het bruto jaarsalaris hoger dan € 89.000,-? Dan geldt een maximum van één bruto jaarsalaris. Het maximale bedrag van de transitievergoeding wordt elk jaar aangepast aan de ontwikkeling van de basislonen.
Transitievergoeding berekenen
De berekening van de transitievergoeding gaat als volgt:
- De medewerker krijg 1/3 maandsalaris voor ieder dienstjaar vanaf de eerste werkdag;
- De transitievergoeding over het overgebleven deel van de arbeidsovereenkomst wordt berekend volgens een formule. De formule is: (bruto salaris ontvangen over overgebleven deel arbeidsovereenkomst / bruto maandsalaris) x (1/3 bruto maandsalaris / 12).
U kunt deze formule ook gebruiken bij het berekenen van de transitievergoeding als de arbeidsovereenkomst korter dan een jaar heeft geduurd.
Voorbeeld 1
De arbeidsovereenkomst duurde 9 jaar en 5 dagen. Het bruto maandsalaris was € 3.000,-. Het bruto uurloon was € 20,-. De medewerker werkte 8 uur per dag.
- Eerst wordt de vergoeding berekend over het aantal volledig gewerkte jaren: 9 jaar x (1/3 van € 3.000,-) = € 9.000,-.
- Daarna wordt de vergoeding berekend over de laatste 5 dagen. Het totale salaris over de laatste 5 dagen is: 5 x 8 (gewerkte uren) x € 20,- (bruto uurloon) = € 800,-.
- De berekening volgens de formule is: het bruto salaris ontvangen over resterende deel arbeidsovereenkomst gedeeld door volledig maandsalaris, maal 1/3 bruto maandsalaris gedeeld door 12 (maanden). Met andere woorden (€ 800,- / € 3.000,-) x (€ 1000,- /12) = € 22,22.
- Het totaal aan transitievergoeding is € 9.000,- + € 22,22 = € 9.022,22.
Voorbeeld 2
De medewerker wordt tijdens zijn proeftijd ontslagen. De arbeidsovereenkomst duurde in totaal 5 dagen. Het brutosalaris over deze 5 dagen is € 800,-. Dit wordt beschouwd als het loon per maand. De berekening is dan als volgt:
- (€ 800,- / € 800,-) x (1/3 x € 800,-) / 12) = 1 x (€ 266,67 / 12) = € 22,22. De medewerker krijgt dus € 22,22 transitievergoeding voor de 5 dagen dat hij in dienst was.
Bron: Rijksoverheid
Aan deze informatie kunnen geen rechten worden ontleend. Ondanks dat deze informatie met de grootste zorg is samengesteld, kan het gebeuren dat bepaalde informatie niet meer actueel is.