Geklapt overleg Regeling Vervroegde Uittreding (RVU) opnieuw van start
De vakbonden, de werkgeversorganisaties en de overheid gaan verder praten over de RVU-pensioenregeling. Door deze regeling kunnen mensen die langdurig zwaar werk doen eerder met pensioen. Maar deze regeling stopt eind 2025. In december vorig jaar liepen de onderhandelingen vast over hoe het verder moet.
Doordat mensen steeds langer leven, stijgt de AOW-leeftijd en moeten medewerkers langer doorwerken. Het is belangrijk dat medewerkers gezond werkend hun pensioen halen, ook medewerkers met zwaar werk. Voor deze medewerkers is er daarom de RVU-regeling. Via deze regeling kunnen zij eerder stoppen met werken. Zij krijgen dan een uitkering tot hun AOW-leeftijd. Werkgevers kunnen met hun werknemers afspraken op maat maken over eerder uittreden. Daarnaast kunnen de sociale partners in sectoren ook afspreken hoe zij medewerkers met zwaar werk helpen om door te werken tot hun pensioen.
MKB-Nederland en VNO-NCW willen nu graag met de bonden en de overheid verder praten over het thema gezond doorwerken tot de pensioenleeftijd. Of de RVU-regeling verlengd wordt? Daar gaat de politiek over. Want het gaat om fiscale regels. Alle partijen willen nu opnieuw onderhandelen. Er komt daarom een gesprek met de Minister van Pensioenen.
De vakbonden (CNV, FNV en VCP) vinden dat de RVU-regeling moet blijven na 2025. Ook vinden zij dat de uitkering te laag is om van rond te komen (Salaris Vanmorgen, mei 2024). De werkgeversorganisaties (MKB-Nederland, VNO-NCW en AWVN) zijn geen voorstander van verlenging. Zij vinden dat er bij zware beroepen meer aandacht zou moeten zijn voor preventieve maatregelen per sector. Het moet niet alleen gaan om eerder stoppen. Medewerkers met langdurig zwaar werk zouden op tijd ander werk moeten krijgen. Ook is het goed om langdurig zwaar werk zoveel mogelijk te voorkomen.
De regeling is voor medewerkers die zijn geboren tussen 1955 en 1961. Deze groep mag tot drie jaar voor de AOW-gerechtigde leeftijd stoppen met werken om gebruik te maken van de RVU-regeling. Of medewerkers van uw klanten kunnen meedoen met de RVU-regeling hangt af van de cao. In veel cao’s zijn er afspraken gemaakt over de tijdelijke RVU-regeling.
Werkgevers betalen tot 31 december 2025 geen 52% eindheffing over de RVU-uitkering als de medewerker maximaal 3 jaar voor zijn AOW-leeftijd stopt met werken (de tijdelijke drempelvrijstelling). Dit geldt tot een bedrag van € 2.182,- bruto per maand (bedrag 2024). Werkgevers betalen wel belasting als de uitkering hoger is dan € 2.182,- bruto per maand. De belasting geldt dan over het bedrag vanaf € 2.182,-. Tot een bedrag van in totaal € 22.164,- hoeft er geen fiscale heffing te worden betaald. Als medewerkers eerder stoppen dan 3 jaar voor hun AOW-leeftijd, dan betaalt de werkgever wel de extra belasting over de RVU-uitkering (SZW).
Behalve de uitkering tot aan de AOW-leeftijd kunnen sectoren en brancheorganisaties ook voor andere plannen subsidie krijgen om gezond, veilig en vitaal werken te stimuleren. Bijvoorbeeld via projecten om langer doorwerken makkelijker te maken of om zwaar werk te verminderen. De RVU-regeling geeft daar subsidie voor. Zodra er meer nieuws is over de uitkomst van de onderhandelingen leest u dat in onze nieuwsbrief.
Aan deze informatie kunnen geen rechten worden ontleend. Ondanks dat deze informatie met de grootste zorg is samengesteld, kan het gebeuren dat bepaalde informatie niet meer actueel is.
