De Jong Lelies investeert volop in duurzame inzetbaarheid

Aantal keer gelezen:
 671

Duurzame inzetbaarheid is al jarenlang een belangrijk onderdeel bij De Jong Lelies in Andijk. Niet zonder reden: 70 tot 80 procent van de medewerkers is inmiddels de vijftig gepasseerd. Het bedrijf nam de afgelopen jaren diverse maatregelen om ervoor te zorgen dat zij goed en met plezier hun werk kunnen blijven doen. En dit levert veel op: medewerkers zijn tevreden, hebben plezier in hun werk én er is nauwelijks personeelsverloop.

Sazas-klant aan het woord De Jong Lelies investeert volop in duurzame inzetbaarheid

Lelies, lelies, lelies; dat is waar het om draait bij De Jong Lelies in Andijk. Het bedrijf behoort tot de toonaangevende leliebollen-exporteurs van ons land. “We verhandelen ruim honderd miljoen bollen per jaar. Deze gaan de hele wereld over”, vertelt Remco van der Kooij. Hij staat samen met zijn vader Wijnand van der Kooij en Michiel Ruiter aan het roer van het bedrijf. “Ongeveer een kwart van deze bollen kweken we zelf op, de rest kopen we in bij andere Nederlandse bollentelers. Daarnaast richten we ons op de ontwikkeling van nieuwe lelierassen.”

Vergrijzend personeelsbestand

De medewerkers vormen volgens de algemeen manager, die verantwoordelijk is voor personeelszaken, de kracht van het bedrijf. “Hun inzet bepaalt het succes van De Jong Lelies”, geeft hij aan. “We hebben 26 vaste medewerkers, die het hele jaar aan het werk zijn. Van half oktober tot eind januari zetten we ook zeventig tot tachtig seizoensmedewerkers in, voornamelijk afkomstig uit Oost-Europa. Zij verwerken de gerooide bollen: deze moeten worden gewassen, gesorteerd en verpakt. Dit is behoorlijk zwaar werk, daarbij maken de medewerkers aan de verwerkingslijn vaak lange dagen.”

De ondernemers hebben ongeveer acht jaar geleden besloten om actief te investeren in ‘duurzame inzetbaarheid’. Dit is een verstandige keuze. Het is zwaar werk en veel medewerkers zijn ouder dan vijftig jaar. Deze wetenschap, in combinatie met het feit dat veel medewerkers ouder zijn dan vijftig jaar, deed de ondernemers besluiten te investeren in duurzame inzetbaarheid. “Wat wij verstaan onder duurzame inzetbaarheid? Dat mensen goed en met plezier hun werk kunnen doen en op een vitale manier kunnen doorwerken tot aan hun pensioen. Duurzame inzetbaarheid is naar mijn mening ook één op één verbonden met werkgeluk.”

Stapelen met robotarmen

Het bedrijf nam verschillende maatregelen om de duurzame inzetbaarheid van haar medewerkers te verbeteren. Zo hebben ze gekeken hoe ze werkprocessen anders konden inrichten, om het werk minder zwaar te maken. “We hebben onder andere geïnvesteerd in mechanisatie. Zo gebeurt het stapelen van de kisten niet meer handmatig, maar met robotarmen. Ook wordt de ontsnoeringsband rond een pallet met kisten nu door een machine aangebracht. Daarbij stapelen we de kisten minder hoog, wat minder belastend is voor medewerkers. Ook is er meer rust op de werkvloer.”

Daarnaast organiseerde De Jong Lelies verschillende workshops voor haar medewerkers. Allemaal rond het thema duurzame inzetbaarheid. “Denk bijvoorbeeld aan workshops over een gezonde leefstijl en wat een medewerker hier zelf aan kan doen, het creëren van een optimale werk-privébalans, et cetera.”

Ruimte voor eigen inbreng

Sinds een jaar of acht voert het management jaarlijks ontwikkelingsgesprekken met haar medewerkers. “We gaan met mensen in gesprek over hoe zij hun werk vinden, waar ze tegenaan lopen, hoe zij de toekomst zien, et cetera. Dit soort gesprekken zijn heel waardevol en leveren veel informatie op. Dit helpt ons de processen op de werkvloer te verbeteren.”

Van der Kooij benadrukt dat het belangrijk is om zo’n gesprek ‘open’ aan te vliegen en ruimte te houden voor eigen inbreng. “Ik heb wat dit betreft ook veel moeten leren. In het begin hield ik strak de regie en werkte ik een lijst met vragen af. Nu stel ik acht tot tien basisvragen op. Dan gaat het om open vragen als ‘hoe gaat het’, ‘waar sta je over vijf jaar’, ‘wat kan er beter binnen het bedrijf’, enzovoorts. Ik deel ze vooraf met de medewerker, zodat hij of zij erover na kan denken. Dan loopt het gesprek soepeler. Deze vragen vormen de leidraad, maar ik haak ook in op zaken die worden gezegd. Dat is belangrijk; zo’n gesprek moet niet in beton gegoten zijn. Die tip wil ik ook meegeven aan andere werkgevers.”

Een extraatje houdt medewerkers betrokken

De algemeen manager onderstreept ook dat ‘in gesprek gaan’ met medewerkers niet moet worden beperkt tot dit ontwikkelingsgesprek. “Je moet als werkgever altijd in gesprek blijven met je mensen, je ogen en oren openhouden. Dat maakt het verschil en vormt de basis voor een goede duurzame inzetbaarheid. En zo ontstaat ook een wisselwerking: medewerkers komen dan ook zelf met tips en ideeën om het werk eenvoudiger en prettiger te maken. Dat advies wil ik ook geven aan andere werkgevers: blijf in gesprek. Je moet het samen met je mensen doen, in je eentje bereik je niet zoveel. En het is ook goed om af en toe eens bij een ander bedrijf te gaan kijken, om te zien hoe zij omgaan met duurzame inzetbaarheid. Daar kun je vaak veel van leren.” Van der Kooij raadt werkgevers ook aan om af en toe iets extra’s te doen voor hun mensen. “Dat kan al heel eenvoudig, door bijvoorbeeld een broodje kroket te serveren, een gezellige nieuwjaarsborrel te organiseren, et cetera. Op die manier creëer je een ‘wij-gevoel’ en houd je mensen betrokken.”

Investeringen betalen zich terug

De focus op duurzame inzetbaarheid levert het bedrijf, dat in 2018 ook was genomineerd voor de Stigas Gezond & Vitaal Werken Prijs, veel op. “Medewerkers zijn tevreden en komen met plezier naar het werk. Hierdoor is het personeelsverloop heel weinig, hebben we bijna geen verzuim en komen seizoensmedewerkers graag terug. En dat is heel waardevol. Zeker in deze tijden van krapte op de arbeidsmarkt. Kortom: de investeringen in duurzame inzetbaarheid betalen zich absoluut terug.

'Duidelijke antwoorden'

De Jong Lelies heeft de verzuimverzekeringen van haar medewerkers al jarenlang ondergebracht bij Sazas. Naar volle tevredenheid. Remco van der Kooij: “Omdat we weinig verzuim hebben, heb ik ook weinig contact met Sazas. Maar als er eens iets is of als ik vragen heb, krijg ik altijd duidelijke antwoorden en worden zaken netjes afgehandeld. Kortom: het loopt prima.”

Gepubliceerd op:
 
Meer weten over verzuim? Meld u aan voor één van onze nieuwsbrieven:

Ook interessant voor u: