Akkoord bereikt: mensen met zwaar werk moeten ook na 2025 eerder met pensioen kunnen
Als het aan het kabinet, werkgevers en vakbonden ligt, komt er een blijvende regeling om ervoor te zorgen dat mensen met zwaar werk eerder met pensioen kunnen. De partijen bereikten daarover in oktober 2024 een onderhandelaarsakkoord. Zij leggen dit nu voor aan hun achterban.
Het kabinet, werkgevers en vakbonden hebben afgesproken dat deze groep medewerkers ook na 31 december 2025 de mogelijkheid heeft om eerder met pensioen te gaan (Rijksoverheid). Daarvoor komt een blijvende regeling, zo staat in een akkoord tussen de partijen. De nieuwe regeling wordt zo ingericht dat vooral mensen die het volgens de onderhandelende partijen echt nodig hebben er gebruik van kunnen maken.
De belangrijkste punten uit het onderhandelaarsakkoord op een rij:
- Er komt ook na 2025 een regeling om medewerkers met zwaar werk eerder met pensioen te laten gaan (RVU-regeling). Werknemers (vakbonden) en werkgevers kunnen in de collectieve arbeidsovereenkomst (cao) van een sector afspreken om deze mensen 3 jaar eerder te laten stoppen met werken. Dit staat in de brief over het Onderhandelaarsakkoord die naar de Tweede Kamer werd gestuurd.
- In de cao’s van sectoren wordt duidelijk omschreven voor welke medewerkers met zwaar werk de mogelijkheid voor vroegpensioen geldt. Het vroegpensioen moet mogelijk blijven voor medewerkers die dit echt nodig hebben. Het gaat hierbij om mensen die zware functies hebben en zwaar werk doen. Een onafhankelijk partij kijkt of de sectoren de groep medewerkers die recht hebben op vroegpensioen goed kiezen en beschrijven. Deze partij wordt erkend door het ministerie (Rijksoverheid, VeRiFi).
- Er worden financiële maatregelen genomen om ervoor te zorgen dat de groep medewerkers die het nodig heeft ook echt eerder met pensioen kan gaan.
Nu krijgen mensen met zwaar werk die met vroegpensioen gaan een bedrag dat ongeveer hetzelfde is als een netto AOW-uitkering. Volgens Rijkshoverheid.nl komt daar in de nieuwe situatie maximaal 3600 euro bruto per jaar extra bij. Zo kunnen ook medewerkers met een laag inkomen of een laag aanvullend pensioen eerder stoppen met werken.
- Er komt meer aandacht voor de duurzame inzetbaarheid van álle medewerkers, zodat zij zo lang mogelijk gezond kunnen blijven werken en op een goede manier hun pensioen kunnen halen. De partijen komen vóór mei 2025 met een speciaal pakket aan maatregelen. Daarin zal bijvoorbeeld aandacht zijn voor betere arbeidsomstandigheden, het verlichten van zwaar werk en het op tijd begeleiden van mensen naar minder zwaar werk.
- Kabinet werkgevers en vakbonden gaan kijken naar de mogelijkheden voor verlofsparen, om de overgang van werk naar pensioen soepeler te laten verlopen (Rijksoverheid.nl). Bij verlofsparen ‘sparen’ medewerkers verlof, wat ze later kunnen gebruiken om bijvoorbeeld eerder te stoppen met werken.
Hoe nu verder?
Het is nog niet zeker dat de maatregelen doorgaan. Het kabinet, werkgevers en vakbonden bespreken het onderhandelaarsakkoord nu met hun achterban (de leden). Als zij het hiermee eens zijn, werken het kabinet en organisaties van werkgevers en werknemers de maatregelen verder uit. Er is afgesproken dat Minister van Hijum van Sociale Zaken en Werkgelegenheid (SZW) vóór de meivakantie laat weten hoe deze uitwerking verloopt.
Over de RVU-regeling die nu geldt
Wie komt er in aanmerking voor de RVU-regeling?
De regeling is voor medewerkers die zijn geboren tussen 1955 en 1961. Deze groep mag tot 3 jaar voor de AOW-gerechtigde leeftijd stoppen met werken om gebruik te maken van de RVU-regeling. Of medewerkers kunnen meedoen met de RVU-regeling hangt af van de cao. In veel cao’s zijn er afspraken gemaakt over de tijdelijke RVU-regeling.
Hoe werkt de RVU-regeling?
Werkgevers betalen tot 31 december 2025 geen 52% eindheffing over de RVU-uitkering als de medewerker maximaal 3 jaar voor zijn AOW-leeftijd stopt met werken (de tijdelijke drempelvrijstelling). Dit geldt tot een bedrag van € 2.182,- bruto per maand (bedrag 2024). Werkgevers betalen wel belasting als de uitkering hoger is dan € 2.182,- bruto per maand. De belasting geldt dan over het bedrag vanaf € 2.182,-. Tot een bedrag van in totaal € 22.164,- hoeft er geen fiscale heffing te worden betaald. Als medewerkers eerder stoppen dan 3 jaar voor hun AOW-leeftijd, dan betaalt de werkgever wel de extra belasting over de RVU-uitkering (SZW). Behalve de uitkering tot aan de AOW-leeftijd kunnen sectoren en brancheorganisaties ook voor andere plannen subsidie krijgen om gezond, veilig en vitaal werken te stimuleren. Bijvoorbeeld via projecten om langer doorwerken makkelijker te maken of om zwaar werk te verminderen. De RVU-regeling geeft daar subsidie voor.
Wanneer stopt de RVU-regeling die nu geldt?
De Regeling Vervroegde Uittreding (RVU) die nu geldt voor mensen met zwaar werk stopt eind 2025.Wordt de RVU-regeling verlengd?
Het kabinet, werkgevers en vakbonden hebben afgesproken dat de groep medewerkers die hieronder vallen ook na 31 december 2025 de mogelijkheid heeft om eerder met pensioen te gaan.
Ook interessant voor u:
-
Seniorenregeling: oudere medewerkers langer inzetbaar
De AOW- en pensioenleeftijd stijgt. Hierdoor werken we dus steeds langer door, maar niet iedere medewerker kan of wil dit. Een seniorenregeling, ook wel generatieregeling genoemd, is bedoeld om oudere medewerkers vanaf zestig jaar en ouder minder te belasten.
Kennisbank -
Zo houdt u uw oudere medewerker duurzaam inzetbaar
De vitaliteit van uw (oudere) medewerkers bepaalt mede het succes van een onderneming. Daarom loont het om na te denken over duurzame inzetbaarheid. We geven u de belangrijkste tips.Kennisbank -
Trenddocument: Verzuimtrends voor 2025
Als werkgever wilt u verzuim zoveel mogelijk voorkomen en verminderen. Weten wat er speelt op het gebied van ziekteverzuim, kan dan helpen. Daarom zetten wij, als verzuimspecialist, de verzuimtrends voor 2025 voor u op een rij.
Whitepaper